De Geschiedenis van de Boxer


De geschiedenis van de hedendaagse Boxer vindt zijn oorsprong in de late 19e eeuw
in en rondom München. Pas in 1905 werd de rasstandaard vastgesteld

Toch gaat de afstamming veel verder terug, namelijk toen de Romeinen gebruik maakten van de zgn. Molossers, zware honden die dienst deden als oorlogshond. Toen de Romeinse overheersing compleet was deze functie overbodig geworden. De lichtere honden bleken echter uitstekend te voldoen als opdrijvers van het vee.
In West Europa is het ongeveer zo'n vijf eeuwen de gewoonte geweest om honden op te hitsen tegen het slachtvee omdat het vlees zo smakelijker zou worden. Oo werden zij gebruikt voor de jacht op beren en zwijnen. Deze honden zijn de geschiedenis ingegaan als zogenaamde "Bullebijters". 

Eind van de 19e eeuw is uit een kleinere versie van de Bullenbijter, de zgn. Brabantse Bullebijter, de Boxer voort gekomen. De Brabantse Bullebijter was atletischer en wendbaarder als zijn grotere soortgenoten. Ook de Engelse Bulldog heeft grote invloed gehad op het ontstaan van het Boxerras.

Friederun en Philip Stockman zijn zeer belangrijk geweest voor de hedendaagse Boxer.

Friederun Stockmann

Zij zijn de oprichters van de "Von Dom"kennel. Zij waren de eigenaren van de Boxer "Rolf von Vogelsberg", de stamreu van hun fokprogramma. De Eerste Wereldoorlog was er de oorzaak van de ontwikkeling van het ras stagneerde. Rolf von Vogelsberg werd als oorlogshond ingezet maar de hond overleefde de oorlog.

In 1919 erkende men de Boxer in Duitsland als vijfde werkhondenras. In 1921 slaagde Ch. Rolf von Walhall er als eerste Boxer in om de "Schutzhundprüfing"te doorstaan. Veel hedendaagse Boxers stammen terug op de Von Dom-lijn